zwemles

Op een mooie dag in de zomer, toen het zwemwater lonkte, besloten we voor de veiligheid dat het tijd werd om onze zoon, toen 4 jaar oud en 4 turven hoog, zwemmen te laten gaan leren.  Hij was het er helemaal mee eens, vond het reuze prachtig en dus gaven we hem op bij PSV. Hij kwam op de wachtlijst. Popelend van ongeduld keek hij uit naar de dag dat hij voor het eerst mocht. En jawel hoor, eindelijk stond de dag van de eerste zwemles voor de deur.

 

We hadden hem, omdat hij nog zo jong was, speciaal opgegeven met een zoontje van een kennis, zodat hij wat steun aan hem zou hebben. Zo zou hij niet alleen tussen al die vreemden zijn intrede hoeven te doen. Dat bleek achteraf gezien niet eens nodig, hij zag het helemaal zitten, en spetterde dapper het water in. Vol goede moed. Enkele weken gingen voorbij, en hoewel het aanvankelijk zo goed ging, werd het steeds meer een drama om hem naar zwemles te krijgen. Telkens buikpijn op de zwemdag, dan weer oor- of hoofdpijn, dan een pijntje hier of een “doet zeer” daar. Smoesje na smoesje volgde elkaar op. Wel liet hij toch vol trots zijn kikkerdiploma (watervreesvrij) aan iedereen zien die hij maar tegen kwam. Maar niets wees verder nog op dat hij het daar ook naar zijn zin had. Hij vond blijkbaar echt dat hij nu wel genoeg zwemmen geleerd had. Hij had nu toch immers een diploma…….? Dus hebben we na diverse huilpartijen uiteindelijk maar besloten de zwemles voorlopig maar te laten voor wat het was. Op deze manier was er geen lol aan, voor geen van allen. Op de lagere school kreeg hij tenslotte nog alle tijd zijn zwemdiploma te halen. Want dat hij ooit zou moeten leren zwemmen, dat stond als een paal boven water, vonden wij als ouders.

 

Toen hij enkele jaren later in groep 3 op de basisschool zat, en ze voor de eerste keer naar het zwembad gingen, was dat voor hem natuurlijk erg spannend, gezien de niet zo’n prettige herinneringen aan de zwemlestijd, dachten we. Tenslotte moest hij nu toch aan iets beginnen dat ver naar achteren was geschoven en waar nooit meer een woord over gerept was. In het zwembad moesten ze, als nieuwe leerlingen, allemaal langs de rand van het grote diepe bad gaan staan. Daar stonden ze dan, allemaal keurig op een rij in hun nieuwe badkleding een beetje verlegen te zijn. De badmeester vroeg wie er al een diploma had. Vol overtuiging en trots stak ons zoontje daarop zijn vinger in de lucht. Hij groeide zelfs een beetje van de bewonderende blikken van zijn klasgenoten. “Nou, degenen die geen diploma hebben, gaan met de andere juf mee, de rest blijft hier bij mij staan”. zei de badmeester. En tegen deze “gediplomeerden”: “Spring er maar in, dan gaan we beginnen!” De daarop volgende minuten laten zich raden. Paniek in de tent, want ook zoonlief had de sprong zonder blikken of blozen in het diepe gewaagd en zonk meteen als een baksteen. Hij moest dan ook terstond worden gered door de badmeester. De flink geschrokken man was zo van zijn stuk dat hij hem na deze benauwde momenten nogal streng toesprak en vroeg of hij werkelijk een zwemdiploma had. Niet goed begrijpend wat hij nou toch fout gedaan had antwoordde mijn zoontje beteuterd: “Ja hoor, ik heb een diploma, echt waar meester, ……ik heb mijn kikkerdiploma, vraag maar aan mijn mamma!”  Dat was toch ook zo…..of niet soms?Sommige dingen in een jong leventje zijn ook wel erg verwarrend. Dit was er typisch één van!

 

Gelukkig is alles door de tijd toch nog goed gekomen en zwemt hij nu als een echte waterrat.

Maak jouw eigen website met JouwWeb