het pasje

Het pasje van St. Michielsgestel

Het begon al in de bus, zo’n 25 kilometer van schiphol af richting St. Michielsgestel.
De oudere dame vertelde me vol trots dat zij in het bezit was van een speciaal pasje, dat een heel stuk in afstand scheelde. Zij woonde nogal achteraf en door het pasje hoefden we niet heel het dorp door, maar konden we gebruik maken van een “sluip”weg die normaal alleen was bedoeld voor tractoren en dorpsbewoners. Voor de zekerheid vraag ik haar of ik dan géén pasje nodig heb als ik daar weer weg wil komen nadat ik haar heb afgezet, of dat ik mezelf dan vast zal rijden bij een of ander obstakel. “Nee hoor, geen enkel probleem”, ze schudt haar hoofd heftig heen en weer en verzekert me dat DAT niet zal gebeuren. Het klonk dus veelbelovend. Dus verzocht ik haar om het pasje dan maar vlug op te zoeken, want ik zeg altijd maar “De kortste weg is de mijne”. Daarop dook mevrouw in haar tas en……vond niets!

 

Nog maar eens gezocht. Ditmaal met het licht aan. De hele tas, alle zijvakjes en verborgen vakjes werden nauwkeurig onderzocht. Niets, noppes, niënte, geen pasje te vinden. Dan de hele tas maar op zijn kop. De inhoud lag over de hele bank verspreid. Het andere echtpaar dat in de bus zat genoot zichtbaar van dit onverwachte verzetje en sloeg het tafereeltje vergenoeglijk gade. Ze gaven haar zelfs behulpzaam hints en tips over de mogelijke verstopplaats. Het mocht niet baten, na drie keer alles overhoop te hebben gehaald, het kwam niet boven water. Alles wat we van het pasje mochten vernemen was, hoe handig het dingetje toch wel was en het aantal kilometers dat het scheelde, waardoor ze (veel) eerder thuis zou kunnen zijn. Het pasje zelf bleef echter onvindbaar, dus zat er niets anders op dan inderdaad het hele dorp te doorkruisen alvorens zij bij haar huisdeur stond. Onderweg laat ze me nog gauw even een glimp opvangen van de (parallel)weg waar we het pasje voor nodig gehad zouden hebben. De grote driehoekige punt midden op de weg staart me grimmig aan. Maar goed, we zijn er gekomen. Zoals altijd, en zeker ergens achteraf, vraag ik naar de beste route om er weer uit te komen tot aan de doorgaande weg. Nou, die wist ze wel te vertellen. Je hoeft niet helemaal terug hoor, bij het Pnemhuisje ga je meteen linksaf en dan rijd je steeds maar rechtdoor tot het benzinestation. Dan etc. etc….

 

Wegwezen dus. De weg is inderdaad gemakkelijk te vinden en blijkt (ook?) parallel aan de hoofdweg te lopen maar wordt steeds smaller. Grote bomen staan aan beide zijden en iedere vorm van straatverlichting ontbreekt. Dan komt er een verkeersbord: na 1 km verboden voor auto’s. Een vaag vermoeden neemt bezit van me. Dat zal toch niet……..dat kan toch niet waar zijn….. In de veronderstelling dat er voor het definitieve verbod nog een uitwijkmogelijkheid naar links of rechts zal komen, neem ik toch de gok en rijd ik door! Maar jawel hoor……..De vriendelijke mevrouw heeft me regelrecht naar het punt gestuurd waar ik al bang voor was. Daar sta ik dan. Recht voor de driehoekige punt. Uitwijken is niet mogelijk en doorkomen al helemaal niet. Keren op dat smalle stuk kan ik ook al vergeten. In de hoop dat de gewraakte driehoek misschien vanaf deze kant automatisch zal werken rijd ik een paar keer over de “voelers” in de weg, er komt echter geen beweging in.
Een toevallig passerende groep jongelui bevestigde grinnikend wat ik al vreesde.

 

“Hier hebt u een pasje voor nodig mevrouw, anders werkt hij niet.”

 

Dus dat wordt achteruitrijden,……………… een héééééle kilometer lang.

Maak jouw eigen website met JouwWeb