poets

Poets - Wederpoets
Poetsen! Als iemand roept "Oh, dat vindt ik helemaal niet erg!"  krijg ik telkens het idee dat ik op de een of andere manier word beetgenomen. Hoe iemand het leuk kan vinden om met stoffer, blik, bleekmiddel, poetslap en nog meer van die rommel het hele huis door te zeulen, daar snap ik dus echt geen jota  van. In mijn eigen gedachten- encyclopedie staat het woord POETS onder het hoofdstuk Noodzakelijk Kwaad. Het resultaat is altijd hetzelfde. Na ettelijke uren verbeten zwoegen val je uitgeput in je stoel en kunt alleen nog maar fluiseren: "Zo en nu is er koffie".  (Je moet hem wel zelf zetten, anders is er dus géén bakje troost.) En als je dan langzaam je ogen door je pas gepoetste kamer laat gaan met het gevoel van Dat heb je toch maar weer mooi voor elkaar, is er altijd wel een of ander duivels plekje dat mompelt : "Foei toch, nu je bent mij alweer vergeten." Dus moeten de zojuist opgeborgen spullen wéér voor de dag komen. Ben je dan eindelijk over je werk tevreden en nét klaar, hoor je de achterdeur opengaan, een vrolijk "Hoi Mam, ik ben thuis" en zie je vanuit je linker ooghoek dat je pasgedweilde keukenvloer op dat ogenblik versierd wordt met een vers zand-modder spoor. Vandaag de badkamer een grote beurt geven betekent dat je er morgen al niets meer van ziet en de wasmand is zo'n ding van: vandaag leeg - morgen weer vol. De keuken is een verhaal apart. Zoals u waarschijnlijk al begrepen heeft is poetsen dus nou niet mijn meest favoriete bezigheid. Heel af en toe, moet ik bekennen, heb ik van die buien die ik zelf poetswoede noem maar meestal vind ik het alleen maar zonde van de verloren tijd.(Morgen begint alles weer van voren af aan, en ik wil eigenlijk nog zoveel andere dingen doen!)  Maar ja het zal toch gedaan moeten worden. Of ik nu zin heb of niet. Dus raap ik regelmatig alle moed bij elkaar, geef mezelf een medelevend schouderklopje en begin met mijn taak die ik nu eenmaal heb als huisvrouw. Daar valt niet onderuit te komen.

Zo ook vandaag. Mijn ramen roepen al enkele weken dat ze gewassen willen worden en de gordijnen kunnen eerlijk gezegd ook wel een sopje gebruiken. Normaal worden de ramen aan de buitenkant door een glazenwasser gedaan, die het wél voor elkaar krijgt dit te doen zonder een streep achter te laten (dat is mij nog nooit gelukt!) maar aangezien ik hem al een tijdje niet meer gezien heb, besluit ik in een overmoedige bui me niet alleen tot de binnenkant te beperken maar meteen ook de buitenboel maar eens een flinke beurt te geven. Ben ik daar ook meteen van af. Verder uitstellen kan toch echt niet meer, dus dan moet het maar nú gebeuren. Ze zijn dan in ieder geval weer even schoon. Tot de eerste regenbui tenminste. Want ramen wassen betekent meestal: morgen regen! Met frisse tegenzin bijt ik door de zure appel heen en vul de emmer met sop. Als ik opschiet kan ik daarna misschien nog even naar een vriendin die me gisteren vertelde dat zij een nieuw computerprogramma had. "Te gek meid, dat moet je zien!" voegde ze er nog aan toe. Daar verheug ik me dan ook op terwijl ik braaf mijn huis-werk doe.
Ik zie het maar als een soort beloning na een lastig werk of zoiets. De buurvrouw komt langsgelopen en zwaait me bemoedigend toe. Het is kouder buiten dan ik dacht, mijn vingers zijn half verkleumd van de kou ondanks het toch best wel warme water. Maar na een klein uurtje is het hele karwei van binnen en buiten gedaan en haal ik opgelucht adem als blijkt dat ik nog genoeg tijd over heb om het computerprogramma te gaan bekijken. M'n gordijnen laat ik intussen op de lijn even uitlekken, dan zal ik ze straks wel weer ophangen. Als ik de deur achter me dichttrek kan ik het niet laten om nog even een blik te werpen op mijn werk en moet toegeven dat het toch  écht wel nodig was.

De koffie is lekker, het programma inderdaad prachtig en samen zitten we een tijdje gezellig achter het scherm om de nieuwigheidjes ervan te leren. Wanneer ik terugloop ligt er een plas sopwater op de stoep bij de buurvrouw. Kijk eens aan, ik heb haar blijkbaar aangestoken met mijn ijverige bui, denk ik glimlachend. Binnengekomen bewonder ik nog even mijn superschone ramen. Dan zie ik dat er iets in de tuin is veranderd. Een stoel staat op een heel andere plaats en ik weet zeker dat ik dat niet heb gedaan. Poging tot inbraak! schiet het door me heen en vlieg naar de achterdeur. Nee, alles is nog in orde, alleen die stoel................... Beter gekeken ontdek ik ook in de achtertuin enkele nog natte sopwater-plekken. En dan bekruipt me een ander gevoel ................................................
Als ik naar boven kijk wordt mijn vermoeden bevestigd.

De vogelpoepvlek waar ik zelf niet bij kon op het bovenraam zit er niet meer.................................
Nu weet ik het zeker, oh nee, dat kan toch niet waar zijn, hè?

Toen ik weg was.................. is de glazenwasser geweest !!!!!!