de uil

Gefopt.....Vanuit het keukenraam heb ik uitzicht op onze tuin. En tevens op de daken van de achtergelegen huizen. Nu woont er achter ons een zendamateur met van die lange antennes, vastgemaakt aan het huis. Op zich niet zo bijzonder.Tot op die ene bewuste dag.

Terwijl ik aan de afwas bezig ben, valt mijn oog op iets dat op een van de antennes zit. Zie ik het nu goed? Ja hoor, na nog eens een kritische blik weet ik het zeker! Er zit een uil! En nog niet zo'n miezerig kleintje ook. Verrukt over het feit nu eens iets mee te maken dat normaal in een woonwijk niet gauw gebeurt, laat ik de afwas voor wat het is en sluip ik op mijn tenen naar buiten. De hond schiet echter met veel lawaai achter me aan en ik kan nog net een krachtterm inslikken. Stom beest, je jaagt de uil zo nog weg. Wees toch stil! Dichterbij gekomen kan ik het beestje iets beter bekijken. Werkelijk een pracht exemplaar. Gauw een foto voor hij wegvliegt. In allerijl wordt de la overhoop gehaald om het toestel te pakken. Eigenlijk is de afstand veel te groot, maar het gaat tenslotte om het idee, dus maak ik een foto. (Hopelijk kan ik, als het rolletje na een aantal maanden uit het toestel komt, me nog herinneren waarom ik een foto van dat dak heb gemaakt, want ik vrees dat de uil niet zal opvallen.) Dan stuif ik naar boven, waar mijn echtgenoot zich, zoals gewoonlijk na het eten, in alle rust (dat dacht ie) op het toilet heeft teruggetrokken. "Schiet eens op, ben je klaar, kom eens vlug kijken, er zit een uil bij de achterburen." Intussen ben ik beneden de verrekijker aan het zoeken. Gelukkig, de uil zit er nog steeds. Tussen de luxaflex en de gordijnen door vanuit het slaapkamerraam staan we even later samen de uil te bewonderen en in stilte hoop ik dat de overbuurman ons niet ziet gluren, want het zal best een raar gezicht zijn. Ofschoon ik nog pas een natuurfilm heb zitten kijken dat toevallig over uilen ging, kan ik niet zeggen om welke uil het hier gaat. Een prachtig blauwachtig verenkleed met witte vlekken en wijd open bruine ogen met grote ronde pupillen.

 Wat?.........grote ronde pupillen?......op klaarlichte dag?...............

Ineens slaat de twijfel toe. Ik probeer de verrekijker nog stiller te houden, nog scherper te stellen. De uil zit nu al een kwartier onbeweeglijk. Doodstil, té stil. Zelfs zijn oogleden knipperen niet. En eindelijk dringt de waarheid langzaam door. Wat zijn we beetgenomen! Gefopt!

Het beestje blijkt van.........................................PLASTIC!